In elk team en in elke organisatie worden verhalen verteld. Verhalen die de managers vertellen maar ook verhalen aan de drankautomaat, in de rokershoek, op de parking en alle andere plekken die nu in je hoofd opkomen.
Wanneer we al die verhalen bijeen leggen is de kans groot dat we botsen op tegenstrijdigheden in het totaalplaatje. Bijvoorbeeld: “ wat hebben we dat goed gedaan” , “wat hebben ze nu weer bedacht”, “Alé, tot zolang het duurt”
Ik kwam laatst een oude parabel tegen die dit zo mooi illustreert
‘Er was eens een stad waar alle inwoners blind waren. Op een dag kwam de koning met zijn hele hofhouding en zijn leger naar de stad. De koning reed op een olifant. Zo leek hij groter en machtiger. De blinden in de stad waren ontzettend nieuwsgierig naar de olifant en zes van hen gingen snel de koning tegemoet. Ze hadden geen idee van de vorm en het uiterlijk van de olifant. De zes blinde mannen probeerden elk, door aan de olifant te voelen, te ontdekken wat voor dier het was.
De eerste man liep op de olifant af. Hij botste tegen de flanken van de olifant aan en viel. “De olifant is een soort muur van klei die in de zon gebakken is”, concludeerde hij.
De tweede man voelde een slagtand van de olifant en riep: ‘Wat kan er zo rond en scherp zijn? De olifant moet een speer zijn!”
Toen kwam de derde man dichterbij. Hij strekte zijn handen uit naar de olifant en greep min of meer per ongeluk de slurf van de olifant. “Aha,” zei de derde blinde man, “de olifant lijkt nog het meest op een slang.”
Daarna stak de vierde man zijn handen uit en voelde de knie van de olifant. “Het lijkt mij wel duidelijk waar de olifant het meest op lijkt.” zei hij. “De olifant moet wel een boom zijn!”
De vijfde man raakte toevallig een oor van de olifant aan. Hij zei: “Zelfs als je niet kunt zien is het overduidelijk dat de olifant nog het meeste op een waaier lijkt.”
De zesde blinde man had zijn handen nog niet eens uitgestoken of hij voelde al de slingerende staart, die hem al zwaaiend een plagerig duwtje gaf. De man stak zijn handen uit en voelde. “Ik weet het al,” zei de man, “de olifant is een touw.”
De inwoners op het plein waren nieuwsgierig. Ieder van de mannen vertelde wat hij gevoeld en gedacht had. Ze vertelden allemaal iets anders! De mannen gingen steeds harder praten en probeerden boven elkaar uit te komen. Uiteindelijk kregen de mannen zelfs een beetje ruzie en één van de soldaten van de koning werd erbij gehaald. Hij vertelde dat alle zes mannen goed gevoeld hadden en allemaal dus een beetje gelijk hadden. Hij gaf ze de opdracht te gaan zitten en te stoppen met schreeuwen. Hij liet ze naar elkaar luisteren. Toen dát gebeurde kwamen ze er pas achter hoe de olifant eruitzag.’
Dit verhaal illustreert hoe ieder zijn beeld vormt. En dat de optelsom van alle belevingen meer de werkelijkheid benadert.
Het is veel waard om in organisaties naar alle verhalen te luisteren. Om daarna al die verhalen op elkaar af te stemmen. Verhalen verzamelen uit het hart van een organisatie zorgt ervoor dat mensen het geheel beter gaan snappen, elkaars perspectieven zien en zich verbinden met wat er is.